Dit leuke olifantje aan een bijtring en met een rammelaartje is een leuk speeltje voor de kleintjes. Je kunt het heel eenvoudig zelf haken. Het is een eenvoudig patroon dat ook beginners redelijk makkelijk zullen kunnen haken.
Gebruikte steken: lossen en vasten
Benodigheden
- 1 houten bijtring
- ca. 25 gram katoen voor nld 2,5 grijs
- Haaknaald 2,5
- restje lichtblauw katoen
- vulling
- 1 rammelkraal
- 1 borduurnaald
Beschrijving
Lijf (2x)
Het lijfje wordt heen en weer gehaakt. Aan elk einde van de toer wordt een keerlosse gehaakt. Je haakt het lijfje twee keer.
Toer 1: Haak een ketting van 15 lossen
Toer 2: Haak 2 vasten in de tweede losse vanaf je haaknaald, 13 vasten, 1 losse en keer (15 steken)
Toer 3: Haak 14 vasten, 2 vasten in de laatste steek, 1 losse en keer (16 steken)
Toer 4: Haak 2 vasten in de eerste steek, 15 vasten, 1 losse en keer (17 steken)
Toer 5: Haak 16 vasten, 2 vasten in de laatste steek, 1 losse en keer (18 steken)
Toer 6: Haak 2 vasten in de eerste steek, 17 vasten, 1 losse en keer (19 steken)
Toer 7: Haak 18 vasten, 2 vasten in de laatste steek, 1 losse en keer (20 steken)
Toer 8: Haak 16 vasten, laat de resterende steken rusten, 1 losse en keer (16 steken)
Toer 9: Haak 16 vasten, 1 losse en keer (16 steken)
Toer 10: Haak 16 vasten, 1 losse en keer (16 steken)
Toer 11: Haak 16 vasten, 1 losse en keer (16 steken)
Toer 12: Haak 16 vasten, 5 lossen en keer (16 steken)
Toer 13: Haak 1 vaste in de tweede losse vanaf je haaknaald, 19 vasten, 1 losse en keer (20 steken)
Toer 14: Haak 20 vasten, 1 losse en keer (20 steken)
Toer 15: Haak 20 vasten, 1 losse en keer (20 steken)
Toer 16: Haak 20 vasten, 1 losse en keer (20 steken)
Toer 17: Haak 20 vasten, 1 losse en keer (20 steken)
Toer 18: Haak 14 vasten, laat de resterende steken rusten, 1 losse en keer (14 steken)
Toer 19: Haak 14 vasten, 1 losse en keer (14 steken)
Toer 20: Haak 14 vasten, 7 lossen en keer (14 steken)
Toer 21: Haak 1 vaste in de tweede losse vanaf je haaknaald, 17 vasten, 2 vasten samen haken(minderen), 1 losse en keer (19 steken)
Toer 22: Haak 2 vasten samen(minderen), 17 vasten, 1 losse en keer (18 steken)
Toer 23: 16 vasten, 2 vasten samen haken (minderen) en hecht af.
Oren (2x)
Je haakt twee keer een oortje als volgt:
Toer 1: Haak 2 lossen en keer
Toer 2: Haak 3 vasten in de tweede losse vanaf je haaknaald, 1 losse en keer (3 steken)
Toer 3: Haak in elke steek 2 vasten, 1 losse en keer (6 steken)
Toer 4: Haak 1 vaste, haak 2 vasten in de volgende steek, herhaal dit drie keer, 1 losse en keer (9 steken)
Toer 5: Haak 2 vasten, haak 2 vasten in de volgende steek, herhaal dit drie keer, 1 losse en keer (12 steken)
Toer 6: Haak 3 vasten, haak 2 vasten in de volgende steek, herhaal dit drie keer, 1 losse en hecht af (15 steken)
Naai op elk lijfje een oor en borduur het oogje op het lijfje. Naai, of haak zoals ik heb gedaan, de twee lijfjes op elkaar. Vul op het laatst wanneer je bijna rond bent je olifantje helemaal op. Stop er een rammelkraal in als je er ook een rammelaar van wilt maken. Vul het olifantje goed op.
Koord
Neem op het ruggetje van de olifant acht steken op. Haak over deze acht steken 10 toeren van acht vasten en 1 keerlosse.
Vouw je koord om je bijtring heen en naai het koord vast.
Klaar is je lieve, kleine olifantje!
Veel haakplezier!!